3.2.2 Beleid weerstandsvermogen en risicobeheersing
In de Kadernota weerstandsvermogen en risicobeheersing 2014 staan de beleidsdoelstellingen, uitgangspunten en strategie:
- De gemeente streeft naar een ratio weerstandsvermogen van minimaal 1,0.
- Tegenvallers gedurende het jaar worden opgevangen door bijsturing binnen het programma. Gedurende het jaar wordt geen tussentijds beroep gedaan op de algemene reserve.
- Incidentele meevallers vloeien bij de bestemming van het jaarresultaat naar de algemene reserve. Tussentijds aanwenden voor bijsturing van incidentele knelpunten binnen de programma’s is toegestaan.
- Voor investeringen geldt dat kosten en opbrengsten realistisch en met toereikende buffers voor onvoorzien worden geraamd. Het opstarten van risicovolle projecten wordt vermeden.