Jaarverantwoording 2018

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Beleid weerstandsvermogen en risicobeheersing

3.2.2 Beleid weerstandsvermogen en risicobeheersing

In de Kadernota weerstandsvermogen en risicobeheersing 2014 staan de beleidsdoelstellingen, uitgangspunten en strategie:

  1. De gemeente streeft naar een ratio weerstandsvermogen van minimaal 1,0.
  2. Tegenvallers gedurende het jaar worden opgevangen door bijsturing binnen het programma. Gedurende het jaar wordt geen tussentijds beroep gedaan op de algemene reserve.
  3. Incidentele meevallers vloeien bij de bestemming van het jaarresultaat naar de algemene reserve. Tussentijds aanwenden voor bijsturing van incidentele knelpunten binnen de programma’s is toegestaan.
  4. Voor investeringen geldt dat kosten en opbrengsten realistisch en met toereikende buffers voor onvoorzien worden geraamd. Het opstarten van risicovolle projecten wordt vermeden.
ga terug