3.4.3 Rente
Renteontwikkelingen/-visie
Om onderbouwde financieringsbeslissingen te kunnen nemen, is het belangrijk om een inschatting te maken van toekomstige renteontwikkelingen. De ontwikkeling van de korte rente is vooral afhankelijk van de inflatie. De hoogte van de lange rente wordt vooral bepaald door de economische groei.
Met 1,4% blijft de verwachte inflatie in de eurozone in 2019 nog ruim onder de doelstelling van de ECB van een inflatieniveau van net onder de 2% op middellange termijn. Verwacht wordt dat de ECB op basis van de laatste economische cijfers haar groeiverwachting voor 2019 neerwaarts bij zal stellen. Op 13 december heeft de ECB daarnaast aangegeven zeker tot na de zomer van 2019 vast te houden aan de huidige zeer lage rentetarieven. Hiertoe zal zij de aflossingen op effecten die zijn aangekocht in het kader van het opkoopprogramma, volledig blijven herinvesteren in nieuwe obligatie aankopen, zo lang als noodzakelijk is om gunstige liquiditeitscondities te handhaven.
Het beëindigen van het opkoopprogramma van de ECB heeft vooralsnog geen effect gehad op de kapitaalmarktrente. Een eerste voorzichtige rentestap wordt mogelijk pas in het derde kwartaal van 2019 verwacht, mits de economische groei voldoende hoog blijft. Dat is ook het moment waarop huidig ECB voorzitter Draghi zal aftreden. Eventuele beleidswijzigingen die daarna plaatsvinden hebben mogelijk ook een rentestijging tot gevolg.
Samengevat:
- De Euriborrentes blijven in 2019 nog laag. Een eerst stijging wordt pas in het derde kwartaal van 2019 verwacht.
- De lange rente is nog laag, maar zal eveneens langzaam gaan oplopen als gevolg van het beëindigen van het opkoopprogramma van de ECB.
Rente toerekening en rente resultaat
In de tabel hieronder wordt het renteresultaat bepaald op taakveld 0.5 Treasury. Eerst wordt het saldo van rentelasten en rentebaten bepaald. Vervolgens wordt de specifieke rentetoerekening daarop in mindering gebracht. Het deel dat over blijft wordt via de omslag-rente toegerekend aan de diverse taakvelden. De rente die niet aan de taakvelden wordt toegerekend staat als renteresultaat op het taakveld 0.5 Treasury.
In de tabel wordt de werkelijkheid 2018 afgezet tegen de berekening zoals die is opgesteld bij de primaire begroting 2018.
Rente toerekening | Werkelijk 2017 | Begroting 2018* | Werkelijk 2018 |
---|---|---|---|
Externe rentelasten | 6.941 | 6.725 | 6.273 |
Externe rentebaten | -1.365 | -981 | -968 |
Saldo rentelasten en rentebaten | 5.576 | 5.744 | 5.305 |
Toerekening aan grondexploitaties | -989 | -989 | -1.856 |
Toerekening aan projectfinanciering | -755 | -754 | -549 |
Toerekening rente over eigen vermogen | -952 | 33 | 0 |
Toerekening rente over voorzieningen | 275 | 183 | 165 |
Aan taakvelden toe te rekenen rente | 3.155 | 4.217 | 3.065 |
Toegerekende rente volgens begrote renteomslag | 5.277 | 4.987 | 4.818 |
Correctie rente-omslag | 0 | 0 | -1.753 |
Renteresultaat op taakveld 0.5 Treasury | 2.122 | 770 | 0 |
* Het betreft hier de primaire begroting 2018 | |||
Bedragen * 1000 euro |
Het saldo van de rentelasten en rentebaten bedraagt op rekeningbasis afgerond 5,3 miljoen euro. Dit is een voordeel van circa 439.000 euro ten opzichte van de primaire begroting 2018. Het voordeel wordt voornamelijk veroorzaakt doordat we in 2018 geen herfinanciering hebben hoeven aantrekken voor een viertal aflopende langlopende geldleningen ter waarde van 26,2 miljoen euro. Mede door de verkoop van de aandelen Enexis en Vitens, eind 2017, kon zonder herfinanciering in de financieringsbehoefte worden voorzien.
In de primaire begroting 2018 werd het renteresultaat op het taakveld treasury geraamd op 770.000 euro. Daarbij werd, rekening houdend met de bepalingen uit het BBV, met de volgende rentepercentages gerekend:
Rente ten behoeve van de grondexploitaties 1,98%.
Rente over de voorzieningen 2,00%.
Omslagrente 3,00%.
Op rekeningbasis is het percentage omslagrente neerwaarts bijgesteld naar 1,91%. Het BBV schrijft namelijk voor dat de rente-omslag dient te worden gecorrigeerd, indien de werkelijk aan taakvelden door te berekenen rentelasten meer dan 25% afwijken van de op basis van het voorgecalculeerde rente omslagpercentage aan taakvelden toegerekende rente. Dit was het geval:
Op basis van omslagrente 3% toegerekende rente: 4.818.199 euro
Werkelijk aan taakvelden toe te rekenen rente: 3.065.058 euro
verschil: 1.753.142 euro (36,38 %)
Dit verschil wordt verklaard door:
- Het voordeliger saldo van de financieringsfunctie (439.000 euro) .
- Het op een andere manier in het renteschema opnemen van de doorbelaste rente aan grondexploitaties (826.000 euro). Voor de toerekening van rente aan grondexploitaties (1,98%) is in het renteschema van de begroting 2018 uitgegaan van de balanswaarde van het onderhanden werk (boekwaarde minus getroffen verliesvoorzieningen). Op grond van het BBV dient echter uitgegaan te worden van de hogere boekwaarde. Dit strookt ook met de wijze waarop de rente daadwerkelijk toegerekend en geboekt wordt. Als gevolg van deze wijziging dient bij de berekening van de omslagrente rekening te worden gehouden met een hogere doorbelasting aan grondexploitaties en een lagere doorbelasting aan de overige taakvelden. Voor de daadwerkelijke rentetoerekening aan de grondexploitaties is er echter geen verschil.
- Het bij de primaire begroting begrote rente-resultaat op het taakveld treasury (770.000 euro)
Na bovenstaande bijstelling van de omslagrente is het renteresultaat op het taakveld treasury nihil. Dit nadeel op het taakveld treasury wordt volledig gecompenseerd door lagere lasten op de taakvelden, met dien verstande dat het rentevoordeel bij de riool- en afvalstoffenheffing ten gunste moet komen aan de voorziening riool- en afvalstoffenheffing. Hiermee is een bedrag van 217.000 euro gemoeid.