Verschillen:
In de verschillenanalyse worden alleen de verschillen toegelicht tussen begroting en werkelijk die niet voortkomen uit kapitaallasten en de meerjarige incidentele projecten. Zie hiervoor de toelichting onder 2.2 Basisbegroting.

0.1 Bestuur
In verband met pensionering en een pensioenoverdracht van ex-wethouders zijn er in 2018 extra pensioenstortingen aan pensioenuitvoerders gedaan, hetgeen aan de lastenkant een nadeel van 550.000 euro oplevert. Hier staat aan de batenkant tegenover dat er voor de pensioenoverdracht een pensioenuitkering van 200.000 euro is ontvangen en dat de voorziening wethouderspensioenen voor 123.000 euro kon vrijvallen.
Verder zijn er minder kosten gemaakt voor bestuurlijke samenwerking en voor de raad. De voordelige afwijking bedraagt 176.000 euro.

0.2 Burgerzaken
De begrote leges worden gebaseerd op het verwachte aantal te verstrekken paspoorten, identiteitskaarten en rijbewijzen. Het verschil bij zowel de baten (leges) als de lasten (rijksafdrachten) wordt grotendeels verklaard doordat er in 2018 meer documenten zijn uitgegeven dan geraamd. Daarnaast is er in verband met een administratieve correctie aan de batenkant een voordeel van 129.000 euro ontstaan. Hier staat aan de lastenkant een nadeel van gelijke omvang tegenover.

0.3 Beheer overige gebouwen en gronden
In het kader van het financiële herstelplan genereren wij incidentele middelen door vastgoed af te stoten dat niet beleidsmatig aan de gemeente is verbonden. In 2018 hebben een aantal verkopen plaatsgevonden die op begrotingsbasis niet waren voorzien. Dit verklaart een voordeel van bijna 2,0 miljoen euro aan de batenkant en een nadeel van ruim 1,4 miljoen euro aan de lastenkant in verband met het afboeken van de betreffende boekwaarden. Per saldo resteert een voordelig surplus van 563.000 euro. Verder zijn de opbrengsten uit de verhuur van vastgoed 269.000 euro hoger dan begroot.
Aan de lastenkant is er sprake van een voordeel van 640.000 euro in verband met het naar 2019 doorschuiven van buitengewoon onderhoud en een nadeel op de afdrachten voor OZB, riool- en waterschapslasten van 213.000 euro. Dit laatste vertoont een grotendeels structureel karakter en vindt zijn oorsprong in het feit dat sommige posten bij de ontvangst van de aanslag niet goed toewijsbaar zijn. Deze uitgaven worden op dit taakveld verantwoord, terwijl de raming elders is opgenomen in de begroting. De overige verschillen op dit taakveld zijn van kleinere omvang en/of houden verband met niet-beïnvloedbare posten (kapitaallasten en meerjarig incidentele projecten).

0.4. Overhead
Een deel van de personeelslasten en de kosten van overhead wordt jaarlijks doorbelast naar
(investerings-)projecten en grondexploitaties. Op begrotingsbasis werd rekening gehouden met een totale doorbelasting van ruim 5,0 miljoen euro. Op basis van de werkelijke urenverantwoording kan er in 2018 voor ca. 4,7 miljoen euro naar (investerings)projecten en grondexploitaties worden doorberekend. Dit levert aan de lastenkant een nadeel van 384.000 euro op.
Verder is er bij de lasten sprake van een voordeel van 309.000 euro op ICT. Dit voordeel is met name te verklaren door (incidentele) niet voorziene opbrengsten uit dienstverleningsovereenkomsten en het opnieuw afsluiten van aflopende contracten tegen gunstiger voorwaarden. Als gevolg van vertragingen in het organisatie ontwikkelingsproces heeft de realisatie van de taakstellingen in verband met de reductie van de beleidskern, vertraging opgelopen (400.000 euro). De realisatie van deze taakstellingen zal in 2019 plaatsvinden. In verband met een administratieve correctie is er aan de batenkant een voordeel van 300.000 euro ontstaan. Hier staat aan de lastenkant een nadeel van gelijke omvang tegenover.

0.5 Treasury
Het saldo van de externe rentebaten en externe rentelasten is 710.000 euro voordeliger dan begroot. Aan de lastenkant is er een voordeel van 730.000 euro, aan de batenkant is er sprake van een nadeel van 19.000 euro. Verder heeft er in de jaarrekening een neerwaartse correctie van de omslagrente plaatsgevonden. Deze correctie van 3,00% naar 1,91% wordt nader toegelicht in paragraaf 3.4 Financiering en leidt ertoe dat de lasten op dit taakveld 1,7 miljoen euro hoger uitvallen dan geraamd. Hiertegenover staat een voordeel van gelijke omvang op de andere taakvelden. Op dit taakveld is verder een incidentele dividenduitkering van 67.000 euro van Twente Milieu verantwoord.

0.61 OZB woningen
Er zijn hogere OZB-inkomsten als gevolg van areaaluitbreiding. De op dit taakveld verantwoorde lasten van het GBT zijn 108.000 euro lager dan begroot. Deze lasten komen (gedeeltelijk) tot uiting op andere taakvelden.

0.62 OZB niet woningen
Er zijn hogere OZB inkomsten als gevolg van areaaluitbreiding.

0.7 Algemene uitkeringen en overige uitkeringen gemeentefonds
In 2018 heeft de gemeente een bijdrage van ruim 5,5 miljoen euro ontvangen uit het Fonds tekortgemeenten.
De uitkering uit het fonds heeft betrekking op tekorten in de jaren 2016 en 2017.

0.8 Overige baten en lasten
De stelpost onvoorzien en de stelpost kleine kapitaalwerken zijn in 2018 niet volledig aangewend. Er resteert een bedrag van 204.000 euro. Het voordeel aan de batenkant wordt grotendeels (535.000 euro) veroorzaakt door de ontvangen rente van aan derden verstrekte geldleningen (Woningcorporaties). Volgens de begrotingsvoorschriften behoren de lasten en baten via het taakveld te lopen waarop deze betrekking hebben. De kapitaallasten zijn aanvankelijk wel geraamd echter de baten niet. Deze zijn verwerkt in het resultaat op het taakveld 0.5 Treasury.

0.9 Vennootschapsbelasting
Met ingang van 1 januari 2016 bestaat er een vennootschapsbelastingplicht voor overheidsbedrijven. De gemeente Almelo heeft haar activiteiten voor 2018 geïnventariseerd op basis van de voorlopige cijfers van 2018 en de werkelijke cijfers van 2016 en 2017. Ten aanzien van deze activiteiten is afstemming met de Belastingdienst gezocht. Een aantal onderwerpen is afgedaan waarbij de conclusie van de gemeente en de Belastingdienst is dat geen sprake is van Vpb-plichtige activiteiten of dat een vrijstelling kan worden toegepast. De enige activiteit waar momenteel een landelijke discussie over wordt gevoerd is de activiteit “reclame c.q. abri’s”. De Belastingdienst is momenteel van mening dat ten aanzien van deze activiteit vennootschapsbelasting moet worden betaald. Gelet op deze stellingname heeft de gemeente in overleg met de Belastingdienst ten aanzien van deze activiteit aangifte voor de vennootschapsbelasting gedaan. Dit om 8% belastingrente te voorkomen. Tegen de definitieve beslissing van de Belastingdienst zal vervolgens bezwaar worden gemaakt door de gemeente.

Recentelijk is voor bovenstaande activiteit de eerste aanslag voor de vennootschapsbelasting ontvangen. Deze aanslag heeft betrekking op het jaar 2016 en bedraagt afgerond 70.000 euro. Op basis van deze aanslag is voor de jaren 2017 en 2018  eenzelfde bedrag als verplichting opgenomen. In totaal is daarmee een bedrag van 220.000 euro verantwoord ten laste van het jaarresultaat 2018.

Saldo reservemutaties
Bij het saldo van de reservemutaties is er een nadeel ten opzichte van de begroting na wijziging van bijna 3,0 miljoen euro. Dit voornamelijk veroorzaakt door een hogere storting in de reserve centrumtaken WMO van 2,5 miljoen euro. Daarnaast is de onttrekking aan de reserve overlopende werken 501.000 euro lager, omdat er minder kosten zijn gemaakt voor meerjarige incidentele projecten. Bij deze meerjarige incidentele projecten kan het jaar van begroten namelijk afwijken van het jaar van realisatie. Gedurende de looptijd van het project zijn er elk jaar voor- of nadelen op het project die over de looptijd per saldo nul zijn.